"Zoëy..." ... "Zoëy..?" ... "Zoëy!" Na 6 keer roepen gaf ze eindelijk antwoord. Dit gebeurde dagelijks, ik moest mijn dochter een paar keer roepen voordat ze antwoordde. Ik twijfelde of het kwam dat ze erg geconcentreerd bezig was, of dat ze me echt niet hoorde. Tijdens een 10 minuten gesprek gaf haar juf ook aan dat zij soms meerdere keren haar naam moest roepen wanneer ze iets aan mijn dochter vroeg. De juf zei dat het misschien een idee was om haar oren na te laten kijken.
Vorige week dinsdag hadden we een afspraak bij de KNO-arts. Eerst een gehoortest bij de assistent -koptelefoon op en dan op een knopje drukken als je een piepje hoorde- en daarna bij de arts nog even een controle en de uitslag van de test; Zoëy heeft een verminderd gehoor door vocht en ze moet trommelvliesbuisjes in haar oren. We kregen boekjes mee en moesten een afspraak maken in het ziekenhuis.
Vrijdag hadden we een intake gesprek met de anesthesist, en hij legde aan mijn dochter uit dat ze een kapje voor kreeg -ze kreeg er zelfs eentje mee naar huis om te oefenen- en dan zou slapen. Ze moest nuchter zijn ip de ochtend van de ingreep, maar ze mocht om 6 uur nog wel wat drinken en paracetamol innemen. Ik had haar al voorbereid op het een en ander en ze kwam zelf met het woord "toverkapje". Gelukkig snapte ze dus wat er ging gebeuren en ik kreeg de indruk dat ze het dus niet al te eng zou vinden.
Onderweg naar huis begon ze te huilen: "Ik wil niet naar het ziekenhuis, ik beloof dat ik nu elke dag zal luisteren, mama!". Mijn hart brak, en probeerde zo goed mogelijk uit te leggen dat ik heus wel wist dat ze luistert, maar dat ze ons soms gewoon niet hoorde. Na veel tranen was ze eindelijk gekalmeerd en probeerde ik het onderwerp te laten rusten.
Maandagochtend, kwart voor 6 ging de wekker. Ik schonk een glas sap in met 2 kinderparacetamol erdoor. Zoëy is absoluut geen ochtendmens, dus het was nog best lastig om haar zo vroeg een heel glas drinken te laten opdrinken. Kwart over 7 stapten we in de auto en reden we naar het ziekenhuis -we moestem oms om half 8 melden. We werden naar een zaaltje gebracht waar nog 5 andere kindjes lagen. De verpleegster, Ineke, legden aan ons uit wat er ging gebeuren, waar we moesten wachten en wanneer we werden geroepen. Erg duidelijk allemaal. Om 8 uur gingen we met alle andere ouders en kinderen naar de speelkamer en daar werden we 1 voor 1 naar de behandelkamer gehaald. Zoëy ging aan de Lego-tafel zitten en bouwde samen met papa een brandweerkazerne. Er waren 2 kindjes voor ons en toen werd Zoëy geroepen.
Wouter en ik mochtem allebei mee, en Zoëy kneep mijn hele hand fijn; het was toch best een beetje eng. In de behandelkamer stonden 7 man in blauw/groene pakken -van de anesthesist tot de co-assistent- en allemaal apparatuur, en voor een kond van bijna 5 is dat natuurlijk vreselijk intimiderend. Ik knielde tot ooghoogte, keek mijn dochter geruststellend aan en tilde haar op de operatietafel. Wat was ik trots, want ondanks de angst on haar oogjes, bleef ze erg goed stil liggen toen ze het toverkapje voor kreeg. Binnen een halve minuut was ze in slaap en mochten wij weer naar de wachtkamer.
Nog geen 10 minuten later werden we weer gehaald en was Zoëy terug op de zaal, nog in diepe slaap. Nu was het wachten tot ze wakker werd. Nadat de anesthesist langs kwam en op het startknopje drukte (de verbinding tussen haar boven- en onderkaak), werd ze langzaam wakker en kroop ze meteen bij Wouter op schoot. Hij is toen met haar op het bed gaan zitten, en de verpleegster kwam met een glaasje limonade en 2 koekjes. "Hey meisje", zeiden we tegen Zoëy, "ben je er weer?". Ze keek ons aan en zei: "Maar ik wil nog verder Lego bouwen...". Dat was voor ons meteen het teken dat ze weer helemaal de oude was.
Zoëy mocht nog even bijkomen en kreeg zelfs een ijsje van de verpleegster en toen de KNO-arts kwam om de ingreep nog even door te nemen, kreeg ze nog een dapperheidsdiploma en mochten we naar huis. Van ons mocht ze bij het winkeltje nog een ballon uitzoeken -een straaljager, want ja, ze is gewoon geen meisje-meisje hahaha- en toen was het hele avontuur gelukkig achter de rug.
Nu maar hopen dat ze ons beter hoort en dat de controle over 4 weken niks bijzonders uitwijst.
Vorige week dinsdag hadden we een afspraak bij de KNO-arts. Eerst een gehoortest bij de assistent -koptelefoon op en dan op een knopje drukken als je een piepje hoorde- en daarna bij de arts nog even een controle en de uitslag van de test; Zoëy heeft een verminderd gehoor door vocht en ze moet trommelvliesbuisjes in haar oren. We kregen boekjes mee en moesten een afspraak maken in het ziekenhuis.
Vrijdag hadden we een intake gesprek met de anesthesist, en hij legde aan mijn dochter uit dat ze een kapje voor kreeg -ze kreeg er zelfs eentje mee naar huis om te oefenen- en dan zou slapen. Ze moest nuchter zijn ip de ochtend van de ingreep, maar ze mocht om 6 uur nog wel wat drinken en paracetamol innemen. Ik had haar al voorbereid op het een en ander en ze kwam zelf met het woord "toverkapje". Gelukkig snapte ze dus wat er ging gebeuren en ik kreeg de indruk dat ze het dus niet al te eng zou vinden.
Onderweg naar huis begon ze te huilen: "Ik wil niet naar het ziekenhuis, ik beloof dat ik nu elke dag zal luisteren, mama!". Mijn hart brak, en probeerde zo goed mogelijk uit te leggen dat ik heus wel wist dat ze luistert, maar dat ze ons soms gewoon niet hoorde. Na veel tranen was ze eindelijk gekalmeerd en probeerde ik het onderwerp te laten rusten.
Maandagochtend, kwart voor 6 ging de wekker. Ik schonk een glas sap in met 2 kinderparacetamol erdoor. Zoëy is absoluut geen ochtendmens, dus het was nog best lastig om haar zo vroeg een heel glas drinken te laten opdrinken. Kwart over 7 stapten we in de auto en reden we naar het ziekenhuis -we moestem oms om half 8 melden. We werden naar een zaaltje gebracht waar nog 5 andere kindjes lagen. De verpleegster, Ineke, legden aan ons uit wat er ging gebeuren, waar we moesten wachten en wanneer we werden geroepen. Erg duidelijk allemaal. Om 8 uur gingen we met alle andere ouders en kinderen naar de speelkamer en daar werden we 1 voor 1 naar de behandelkamer gehaald. Zoëy ging aan de Lego-tafel zitten en bouwde samen met papa een brandweerkazerne. Er waren 2 kindjes voor ons en toen werd Zoëy geroepen.
Wouter en ik mochtem allebei mee, en Zoëy kneep mijn hele hand fijn; het was toch best een beetje eng. In de behandelkamer stonden 7 man in blauw/groene pakken -van de anesthesist tot de co-assistent- en allemaal apparatuur, en voor een kond van bijna 5 is dat natuurlijk vreselijk intimiderend. Ik knielde tot ooghoogte, keek mijn dochter geruststellend aan en tilde haar op de operatietafel. Wat was ik trots, want ondanks de angst on haar oogjes, bleef ze erg goed stil liggen toen ze het toverkapje voor kreeg. Binnen een halve minuut was ze in slaap en mochten wij weer naar de wachtkamer.
Nog geen 10 minuten later werden we weer gehaald en was Zoëy terug op de zaal, nog in diepe slaap. Nu was het wachten tot ze wakker werd. Nadat de anesthesist langs kwam en op het startknopje drukte (de verbinding tussen haar boven- en onderkaak), werd ze langzaam wakker en kroop ze meteen bij Wouter op schoot. Hij is toen met haar op het bed gaan zitten, en de verpleegster kwam met een glaasje limonade en 2 koekjes. "Hey meisje", zeiden we tegen Zoëy, "ben je er weer?". Ze keek ons aan en zei: "Maar ik wil nog verder Lego bouwen...". Dat was voor ons meteen het teken dat ze weer helemaal de oude was.
Zoëy mocht nog even bijkomen en kreeg zelfs een ijsje van de verpleegster en toen de KNO-arts kwam om de ingreep nog even door te nemen, kreeg ze nog een dapperheidsdiploma en mochten we naar huis. Van ons mocht ze bij het winkeltje nog een ballon uitzoeken -een straaljager, want ja, ze is gewoon geen meisje-meisje hahaha- en toen was het hele avontuur gelukkig achter de rug.
Nu maar hopen dat ze ons beter hoort en dat de controle over 4 weken niks bijzonders uitwijst.